Tboeck Vanden Leven Ons Heeren Iesu Christi. Geeraert Leeu, Antwerpen 1487 : Facsimile-druk van de houtsneden

Ludolf VON SACHSEN & Luc INDESTEGE (inleiding) & Geeraert LEEU
€40.00
Ship to
*
*
Shipping Method
Name
Estimated Delivery
Price
No shipping options

Year: 1952
Place: Antwerpen
Publisher: De Nederlandsche Boekhandel
Edition:
 1st

Language: NL
Pages: 160 (XIV+II+140+4)
Condition: VG
Cover condition: G
Binding: SC
Illustrated: Facsimile-druk van de houtsneden
Ft: 25x16,5 cm. 305 gr.

- Niet enkel op het gebied van de schilderkunst, ook op dat van de houtsnede, hebben de Nederlanden tijdens de 15de eeuw een zeer belangrijke rol gespeeld. Losse prenten buiten beschouwing gelaten, zijn merkwaardige blokboeken als de Biblia Pauperum, Ars Moriendi, Canticum Canticorum, Speculum Humanae Salvationis, e.a. in de Nederlanden ontstaan.
De karakteristiek van het blokboek is dat de voorstelling samen met een begeleidende tekst, in een houtblok werd uitgesneden; dat blok werd dan met een speciale soort inkt gedrenkt waarna een blad papier er op werd gelegd dat dan duchtig werd bewreven tot er tenslotte de voorstelling van het blok stond ingeprent. Een drukpers bestond nog niet en alles gebeurde met de hand, een stevige hand, geholpen door de wrijfstok. Zodra de drukkers nu over beweegbare letters en een pers konden beschikken, was het vanzelfsprekend dat zij de techniek van de blokboekdruk als onpractisch en tijdrovend, dus als verouderd gingen beschouwen. In het blokboek bestaat de tekening gewoonlijk uit scherpe omtreklijnen, met fijne, gelijklopende en spaarzame arceringen, zodat het beeld of de voorstelling vlak aandoet, en zonder veel diepte. Die techniek nemen sommige houtsnijders voor hun boekillustraties over maar ze gaan daarbij niet steeds zorgvuldig en keurig te werk en lang niet altijd bereiken ze die statigheid, die bevallige voornaamheid, die er bv. liggen in de Nederlandse Biblia Pauperum, of in de Ars Moriendi. Geleidelijk echter komt daar verandering in. De arceringen worden fijner en er wordt een streven merkbaar naar meer beredeneerde vormgeving. De zware omtreklijnen met de dikke, spievormige arceringen, het hoekige en linkse in de houding der personages, die het haar in stijve strengen, als koorden, dragen, het schetsmatige van de achtergrond en het landschap, het conventionele in de behandeling van de bomen, dat alles zijn typische kenmerken van de Nederlandse houtsnijkunst zoals die zich in de jaren 1470-1480 ontwikkelt en tot hoge bloei geraakt. Andere stijlen evolueren daar naast, bv. die welke geïnspireerd is op de schilderkunst. Langzamerhand kreeg de houtsnede haar eigen karakter als boekversiering, zij paste uitstekend bij de kloeke letter van de incunabeldruk ... .